Zomaar op een donderdagochtend bij de Speichersee Oberaar

Op 2314 meter hoogte, diep in Heidi-land, Zwitserland, stonden we op de dam van het Speichersee Oberaar. Vanaf hier kijk je uit op de Oberaargletsjer, het soort landschap waar wij van houden: ruige rotsen, ijs en geen boom te bekennen. Hoewel we daar in de toekomst waarschijnlijk steeds hoger voor moeten klimmen…

Ik waagde me even het pad op richting de gletsjer, maar na een tijdje leek de afgrond onder me net iets te dichtbij te komen. Het schitterende uitzicht honderden meters beneden me deed me uiteindelijk besluiten om terug te keren. Mijn lief had dat avontuur vanaf het begin al aan zich voorbij laten gaan. “Ik hoorde een alpenhoorn. Jij ook?” vroeg ze bij mijn terugkomst.

“Uh, nee… niet gehoord,” zei ik, iets te nonchalant. Maar toen ik me omdraaide, zag ik hem: een echte Zwitserse alpenhoornblazer, uit de bergen zelf. Met zijn vrouw, die het foudraal droeg, kwam hij van het pad waar ik net op liep. Hij knikte naar ons, keek de vallei in en zonder veel woorden zette hij de hoorn aan zijn lippen. Daar stonden we, hij met zijn vrouw, wij met z’n tweeën, luisterend naar de diepe natuurtonen die door het dal galmden.

“Een professionele alpenhoornist?” vroeg ik.

“Nee, hoor, het is slechts een passie,” zei hij lachend. “Tsja, de bergen moeten wel meedoen. Net lukte het niet over het water, dus ik probeer het nu hier.” Hij haalde zijn schouders op. “We waren hier nog nooit geweest, maar wat een wereld. Gisteren hebben we op de Gotthard gespeeld, en eergisteren op de Furka. Gewoon, omdat het zo mooi is.”

https://www.instagram.com/reel/C_qZedIterP/?utm_source=ig_web_button_share_sheet&igsh=ZDNlZDc0MzIxNw==

Later zaten we met z’n vieren in de bergbahngondel naar beneden. “Bijzonder,” zei ik tegen hem, “ik schrijf een stukje over je.” Ik gaf hem mijn kaartje. Beneden aangekomen, zwaaiden ze ons nog toe toen ze wegreden. Hij draaide het raampje open en riep: “I heisse übrigens Peter!”

Ook dat nog….

Ade, Peter!